Er zijn verschillende redenen waarom de tanden van sommige mensen scheef of krom groeien. Sommige mensen hebben een te kleine mond voor hun gebit, met als gevolg: de tanden druk in de weer zijn en daardoor verschuiven. In sommige gevallen zijn iemands boven- en onderkaak niet even groot en/of vervormd, met als gevolg ofwel een overbeet, wanneer de bovenkaak overmatig uitsteekt, ook wel een onderbeetgenoemd, wanneer de onderkaak naar voren steekt waardoor de onderkaak en de tanden uitsteken aan de kant van de bovenkaak. Meestal zijn kromme tanden, overbeten en onderbeten erfelijke eigenschappen, net zoals bij de kleur van je ogen of de grootte van je handen. Andere zaken met als gevolg verkeerd uitgelijnde beten zijn:

  • vroegtijdig verlies van (melk)tanden;
  • een verkeerd figuur bij tandheelkundige restauraties (bijvoorbeeld vullingen of kronen);
  • tandvleesontsteking;
  • een te grote druk op het tandvlees en de tanden;
  • een verkeerde uitlijning van de kaak na een verwonding;
  • tumoren in de kaak of mond;
  • of veelvoorkomende mondhygiënische problemen bij kinderen zoals duimzuigen, tongstoten, langdurig gebruik van een fles, of fopspeengebruik van meer dan drie jaar.

Welke problemen komen er met kromme tanden en verkeerd uitgelijnde beten?

Verkeerd uitgelijnde beten en kromme tanden:

  • kunnen interfereren met het juiste kauwen;
  • maken het schoonhouden van de tanden tot een grotere uitdaging, waardoor het risico op tandbederf, gaatjes en gingivitis toeneemt.
  • zetten op de tanden, kaken en spieren meer spanning, waardoor de kans op tandbreuk toeneemt.
  • tast mensen hun zelfvertrouwen aan en laten zich slecht voelen over hun uiterlijk.

Hoe weet ik of mijn tanden krom zijn of dat mijn gebit niet goed is uitgelijnd?

Hoewel je zelf kunt zien of je tanden krom zijn, kan een goed opgeleide tandarts bepalen of het probleem een behandeling rechtvaardigt. Je tandarts zal gaan zoeken naar de volgende tekenen:

  • Abnormale uitlijning van de tanden;
  • Abnormale vorm van het gezicht;
  • Moeilijkheid of ongemak bij het bijten en/of kauwen;
  • Spraakmoeilijkheden, waaronder slissen